Tibetaanse Terrier

Geschiedenis

De Tibetaanse terriërs werden gehouden in het ruige terrein en klimaat van het Himalayagebied door nomaden voor herder, bewaking en andere diensten, maar niet als terriër ( "Terra "= "aarde"; terriërs jagen op kleine dieren in de "aarde") Daarom is de benaming "terriër"onterecht, de Tibetaan is meer een herder.  Door hun grootte en lenigheid konden ze in de bergen dienstdoen waar grotere honden moeilijk konden komen, tevens werden ze als gezelschapshond gehouden door boeddhistische monniken. ze werden beschouwd als waardevolle gift en zouden geluk brengen. 
In de jaren '20 vorige eeuw werd dit ras naar Europa gebracht door dr. Greig. Zij kreeg de eerste honden geschonken door een Tibetaans echtpaar.

rasstandaard

Lichaam is gespierd en compact, lengte van schoudergewricht tot staartaanzet  is gelijk aan schouderhoogte wat ze een typisch vierkant uiterlijk geeft. Lichaam dient goed geribd te zijn. Lendenen zijn kort en licht gebogen. Benen zijn recht met een iets schuinstaand middenvoetsbeentje. Het kniegewricht dient goed gebogen te zijn met een iets laag geplaatst spronggewricht. Schofthoogte tussen de 35,5 cm en 40, 5 cm. Teefjes iets kleiner dan de reuen. Gewicht tussen de 8 en 14 kg, liefst tot 11 kg, maar ieder gewicht is acceptabel mits in verhouding tot de lengte . 
Gangwerk is vlot, goed uitgrijpend, krachtig stuwend, bij het lopen of draven moeten voor en achterbenen een lijn vormen en mogen niet naar binnen of buiten draaien.. de Tibetaan beweegt makkelijk, zonder verspeelde energie, het laat een beeld zien van een hond die kan leven op de geboortegronden van zijn vaderland..
Meest ongewone kenmerken van een Tibetaan zijn de brede, platte en ronde voeten waarmee ze plat op de zool staan, die fungeren als sneeuwschoenen. Achterpoten zijn iets langer dan normaal wat nodig is bij bergbeklimmen.
De Tibetaan heeft een dubbele vacht met een warme wollige fijne ondervacht. Ook op het hoofd zijn de haren lang, maar de lange wimpers zorgen ervoor dat het haar niet in de ogen komt. 
De Tibetaan komt in vele kleuren voor en in vele combinatie, behalve chocoladebruin of leverkleur zijn niet toegestaan.

opvoeding en gedrag

Een Tibetaan houdt van mensen, ze zijn levendig, uitgaand, vrolijk, moedig, waaks en attent. Vriendelijk en verdraagzaam karakter en kunnen goed overweg met soortgenoten en andere dieren. Ze doen graag mee met het gezin, niet kleinzerig en zullen zelden agressie vertonen. Vervelende situaties mijden ze liever. Binnenshuis is de Tibetaan een rustige hond en kan gemakkelijk uren op de bank vertoeven, en buiten toont hij zich energiek die graag lange wandelingen maakt, speelt en zijn energie kwijt wil. 
Een Tibetaan kan makkelijk alleen zijn, mits als pup aangeleerd. Dit dient dus van pup af aan getraind te worden, en vereist wat doorzettingsvermogen.  een Tibetaan is gemakkelijk trainbaar, en is gevoelig voor stemintonatie. Een Tibetaan is een gevoelige hond en is zachtaardig, en zo moet hij ook worden opgevoed. Consequent en duidelijk zijn, en leiding geven zijn belangrijk in zijn opvoeding.
Zijn lange vacht dienst iedere dag geborsteld te worden om klitten te voorkomen. De vachtstructuur gaat het eerste jaar erg veranderen dus leer van jongs af aan dat hij goed geborsteld moet worden. De fokker kan u daar meer over vertellen.